50 languages

Date:
Test Number:
Score:
Time spent on test:
أساسي:


04/22/2017
5
0
0:00 sec
No

تعلم اللغة الهولندية 

0/15

انقر على كلمة!

1.ﺃﻳﻦ ﻳﻤﻜﻨﻨﻲ ﺃﻥ ﺃﺟﺪ ﻣﺘﺮﺟﻤﺎ؟Waar kan een tolk vinden?  
2.ضيوفنا كانوا أناساً لطفاء.Onze gasten waren mensen.  
3.ﻛﺘﺐ ﻣﺴﺘﻌﻤﻠﺔ boeken  
4.ﺗﻜﻮﻳﻦ ﺩﺍﺋﺮﺓ kring vormen  
5.استأذن / إذن لom toestemming  
6.إنك تتكلم بصوت منخفض جدًا – لا تتكلم بصوت منخفض جدًا!Je spreekt zo – spreek toch niet zo zacht!  
7.‫يجب أن نذهب فوراً إلى المدرسة.‬Wij moeten zo naar school.  
8.هو لم يكن ودوداً، بل كان غير ودود.Hij was niet sympathiek, onsympathiek.  
9.‫سيأتي إما اليوم أو غداً باكراً.‬Hij komt ofwel vanavond of .  
10.ﻧﻆﻒ ﺣﺬﺍﺋﻜ je schoenen!  
11.ونحن قادرون على نقدم لكم ....Wij zijn de positie om u ... aan te bieden.  
12.ﺍﻟﺘﺨﻔﻴﺾ ﻓﻲ ﺍﻷﺳﻌﺎﺭde dalen  
13.ﻫﻞ ﺃﺯﻋﺞ؟ ik?  
14.ﺇﻃﺎﺭ ﺍﻟﺴﻴﺎﺭﺓ ﻣﺼﺎﺏ ﺑﻌﻄﺐIk heb . / Ik heb een lekke band.  
15.ﺗﺮﻛ ﻣﮕﺎﻥ ﻟplaats maken  
ik
aardige
tweedehands
een
vragen
zacht
meteen
maar
morgenvroeg
Poets
in
prijzen
Stoor
bandepech
voor