دروس هولندية مهمة
اختر الفعل الصحيح وقم بتصريفه و ضعه في الفراغ المناسب باللغة الهولندية
اختر الفعل الصحيح وقم بتصريفه و ضعه في الفراغ المناسب؟
بعد وضع الفراغ المناسب يرجى ذكر الترجمة للجمل وتصليح الاخطاء ان وردت في التمارين.
(wonen – doen – zijn – gaan – zitten – hebben – spreken – studeren – komen)
Hoe lang (zijn) jullie in Nederland
– Ik (ga) me de trein naar mijn school
– U (spreekt) goed Engels
– Shadie (kent) zijn vriendin vijf jaar
– Waar (kom) je vandaan? Ik kom uit Duitsland
– Mijn vrind (werkt) in een zieken huis
– Wat (doen) jullie? Wij kijken TV
– Ik (woon) in een huis in Utrecht
–Heb jij een vriendin
-We (studeren) boekhouder in Zwolle
1 – Hoe lang ……… jullie in Nederland
2 – Ik ……… me de trein naar mijn school
3 – U ……… goed Enfels
4 – Shadie ………zijn vriendin vijf jaar
5 – Waar ………je vandaan? Ik kom uit Duitsland
6 – Mijn vrind ………. in een zieken huis
7 – Wat ……….. jullie? Wij kijken TV
8 – Ik ………… in een huis in Utrecht
9 – …………. jij een vriendin
10 -We ……….. boekhouder in Zwolle
*****************************************************************************