fbpx

حروف الجر والأفعال الشاذة بالهولندية

مرحبا أيها الرائع , هل ترغب بتطوير نفسك في اللغة الهولندية ! 

- Advertisement -

ننصحك بالأشتراك معنا في جروب خاص لتعلم اللغة الهولندية على الماسنجر 

دروس مهمة يومية  ستفيدكم كثيرا في تطوير نفسك في الهولندية 

- Advertisement -

أضغط هنا للأشتراك 

حروف الجر والأفعال الشاذة بالهولندية.إن تعلم لغة جديدة هو مغامرة رائعة تفتح أمامك أبوابًا لعالم ثقافي وتواصل جديدين. وفي عالم اللغة الهولندية، هناك عناصرين مهمين يتعين عليك فهمهما بعمق لتحقيق التواصل الفعّال: احرف الجر والأفعال الشاذة. تعتبر هذه العناصر تحديات ممتعة لكل متعلم للغة هولندية، وتلعب دورًا حاسمًا في بنية الجمل والتعبير.

- Advertisement -

Grammar

حروف الجر والأفعال الشاذة بالهولندية

حروف الجر :

إن استعمال حروف الجر في اللغة الهولندية أمرٌ صعب لأنها جزء من التعبير الاصطلاحي . ولذلك فإننا نقدم لك الترجمة والسياق :

* (على) Aan :

أنا جالس على الطاولة Ik zit aan tafel
iiهناك شخص بالباب Er is iemand aan de deur
الصورة معلقة على الحائط De foto hangt aan de muur
أعطيك الكتاب Ik geef het boek aan jou

* (وراء) Achter :

يجلس وراء شجرة Hij staat achter een boom

* (ماعدا) Behalve :

هو حاضر دائماً ما عدا اليوم Hij is er altijd behalve vandaag

* (تحت) Beneden :

الجهة الغربية من هولندا توجد تحت مستوى البحر West-Nederland ligt beneden zeeniveau

* (من، في) Bij :

كنت في المكتبة Ik was bij de boekwinkel
أسكن بالقرب من الجامعة Ik woon (vlak) bij de universiteit
عندي كتاب Ik heb een boek bij me
أعيش مع عمتي/ خالتي Ik woon bij mijn tante

* (في داخل) Binnen :

سأكون جاهز بعد ساعة Ik ben binnen een uur klaar

* (فوق) Boven :

يسكن فوق محل تجاري Hij woont boven een winkel
إنها فوق 35 درجة حرارية Het is boven de 35 °C
الجهة الشرقية من هولندا توجد فوق سطح البحر Oost-Nederland ligt boven zeeniveau

* (خارج) Buiten :

إنه خارج دائرة الخطر Hij is buiten gevaar
أعيش خارج المدينة Ik woon buiten de stad

* (بفضل) Dankzij :

حصلت على هذا الكتاب بواسطتك Ik heb dit boek dankzij jou

* (من طرف) Door :

صدمته سيارة Hij is door een auto aangereden
أمشي وسط الغابة Ik loop door het bos

* (خلال) Gedurende :

لن يكون عندي عمل خلال عطلة نهاية الأسبوع Gedurende het weekend heb ik vrij

* (في) In :

أنا في المطبخ Ik ben in de keuken
يجب أن أترجم هذه إلى اللغة الانجليزية Ik moet dit in het Engels vertalen

* (عبر) Langs :

يمشي بجانب النهر Hij loopt langs de rivier

* (مع) Met :

سآتي عبر الدراجة Ik kom met de fiets
سآتي في عطلة أعياد المسيح Ik kom met Kerstmis
أريد قهوتي بالسكر Ik wil koffie met suiker

* (بعد) Na :

من بعدك! !Na u
بعد الشتاء سأذهب إلى باريس Na de winter ga ik naar Parijs

* (إلى) Naar :

سيذهب إلى أمستردام Hij gaat naar Amsterdam
سيغادر قطار باريس الآن De trein naar Parijs vertrekt nu

* (إلى جانب) Naast :

أجلس بالقرب من طالب Ik zit naast een student

* (حول، عند) Om :

نجلس حول المائدة Wij zitten om de tafel
سآتي في الساعة الثانية عشر .uur 12 om kom Ik

* (تحت) Onder :

نتكلم كثيراً خلال وجبة العشاء Wij praten veel onder het eten
توجد القطة تحت المائدة De kat zit onder de tafel

* (على، فوق) Op :

ليس عندي أموال في البنك Ik heb geen geld op de bank
القهوة على المائدة De koffie staat op tafel

ومن حروف الجر:

* (حول، عبر) Over :

أقرأ كتاباً حول إراسموس Ik lees een boek over Erasmus
أمشي على الجسر Ik loop over de brug
سآتي بعد ساعة Ik kom over een uur
تجاوز سن الأربعين Hij is over de veertig

* (عبر) Per :

السفر عبر القطار ممتع Reizen per trein is comfortabel
سعر هذه الطماطم واحد يورو للكيلو Deze tomaten kosten 1 euro per kilo

* حول/على Rond :

نجلس حول النار Wij zitten rond het vuur

* (منذ) Sinds :

يدرس منذ 2004 Hij studeert sinds 2004

* (كثير) Te :

هذا المنزل للإيجار Dit huis is te huur
ولدت في أوتريخت Ik ben geboren te Utrecht

* (ضد) Tegen :

يتكئ على الحائط Hij leunt tegen de muur
صوت ضد الاقتراح Hij stemt tegen dit voorstel

* (مقابل) Tegenover :

أسكن قبالة المحطة Ik woon tegenover het station

* (خلال) Tijdens :

سآتي خلال الصيف Tijdens de zomer kom ik

* (حتى) Tot :

يسير القطار حتى لايدن Deze trein rijdt tot Leiden
أنتظر حتى الساعة الثانية عشرة Ik wacht tot 12 uur
أراك الأسبوع المقبل ! Tot volgende week

* (بين) Tussen :

يقف القطار بين لايدن ولاهاي De trein staat stil tussen Leiden en Den Haag
هناك فرق بين أ و ب Er is een verschil tussen A en B

* (خارج، من) Uit :

أنا من هولندا Ik kom uit Nederland
نزل من القطار Hij stapt uit de trein
قفزت القطة من النافذة De kat springt uit het raam

* (من، لـ) Van :

يعمل من الساعة التاسعة إلى الساعة الخامسة Hij werkt van 9 tot 5
هو ابن يان Hij is de zoon van Jan
هذا شيء جميل منك Dat is aardig van je

* (ابتداءا من) Vanaf :

أعمل منذ عام 2000 Ik werk vanaf 1970

* (بسبب) Vanwege :

لم أنم من الحشرات Ik kan niet slapen vanwege de muggen

* (عن طريق) Via :

سأذهب إلى روما عبر باريس Ik ga via Rome naar Parijs

* (حسب) Volgens :

حسب النشرة الجوية فإنها ستمطر Volgens het weerbericht gaat het regenen

* (من أجل) Voor :

سأنتهي قبل الساعة السادسة Ik ben vóór 6 uur klaar
يجب أن تنتهي قبل 1 نيسان Dit moet vóór 1 april klaar zijn
جئت عندك Ik kom voor jou
أنا واقف أمام المنزل Ik sta voor het huis

* Voorbij

مر بالسيارة على لايدن Hij rijdt voorbij Leiden

* (بدون) Zonder

تم السفر من دون مشاكل De reis verloopt zonder problemen

الأفعال الشاذة (غير القياسية)

رغم أن الأفعال التالية “غير قياسية” لكنك ستكتشف تناسقاً وقياسية فيها : هناك مجموعات لها خصائص متشابهة. سنبدأ بالفعل غير مصرف وسنقدم صيغة المفرد والجمع و اسم الفاعل مع ضمير  المخاطب .

الترجمة الفعل التام الماضي : مفرد و جمع الفعل
ē ē ij
فهم heeft begrepen begreep, begrepen begrijpen
وصف heeft beschreven beschreef, beschreven beschrijven
ظهر is gebleken bleek, bleken blijken
بقي is gebleven bleef, bleven blijven
لاحظ heeft gekeken keek, keken kijken
حصل heeft gekregen kreeg, kregen krijgen
بدا heeft geleken leek, leken lijken
تناول مأدبة الفطور heeft ontbeten ontbeet, ontbeten ontbijten
مات is overleden overleed, overleden overlijden
ساق سيارة/ركب حصاناً heeft/is gereden reed, reden rijden
بدا / لمع heeft geschenen scheen, schenen schijnen
كتب heeft geschreven schreef, schreven schrijven
قطع heeft gesneden sneed, sneden snijden
اختفى is verdwenen verdween, verdwenen verdwijnen
قارن heeft vergeleken vergeleek, vergeleken vergelijken
أشار heeft verwezen verwees, verwezen verwijzen
أشار heeft gewezen wees, wezen wijzen
ō ō ie
صلى/ ضحى heeft geboden bood, boden bieden
تمتع heeft genoten genoot, genoten genieten
اختار heeft gekozen koos, kozen kiezen
كذب heeft gelogen loog, logen liegen
رمى heeft geschoten schoot, schoten schieten
منع heeft verboden verbood, verboden verbieden
فقد (is)/heeft verloren verloor, verloren verliezen
ō ō ui
انحنى heeft gebogen boog, bogen buigen
شم heeft geroken rook, roken ruiken
أغلق heeft gesloten sloot, sloten sluiten
ō ō ē
حرك heeft bewogen bewoog, bewogen bewegen
حلق heeft geschoren schoor, schoren scheren
وزن heeft gewogen woog, wogen wegen
ŏ ŏ ĭ
بدأ is begonnen begon, begonnen beginnen
ربط heeft gebonden bond, bonden binden
شرب heeft gedronken dronk, dronken drinken
أفزع is geschrokken schrok, schrokken schrikken
قفز heeft gesprongen sprong, sprongen springen
ربط heeft verbonden verbond, verbonden verbinden
وجد heeft gevonden vond, vonden vinden
ربح heeft gewonnen won, wonnen winnen
غنى heeft gezongen zong, zongen zingen
ŏ ŏ ĕ
جر heeft getrokken trok, trokken trekken
حارب heeft gevochten vocht, vochten vechten
أرسل heeft gezonden zond, zonden zenden
سبح heeft gezwommen zwom, zwommen zwemmen
ŏ ie ĕ
ساعد heeft geholpen hielp, hielpen helpen
مات is gestorven stierf, stierven sterven
ō ă, ā ē
ناقش heeft besproken besprak, bespraken bespreken
كسر heeft gebroken brak, braken breken
أخذ heeft genomen nam, namen nemen
غاب heeft ontbroken ontbrak, ontbraken ontbreken
تكلم heeft gesproken sprak, spraken spreken
طعن heeft gestoken stak, staken steken
ē ă, ā ē
أكل heeft gegeten at, aten eten
تعافى is genezen genas, genazen genezen
أعطى heeft gegeven gaf, gaven geven
قرأ heeft gelezen las, lazen lezen
نسي is/heeft vergeten vergat, vergaten vergeten
ē ă, ā ĭ
صلى heeft gebeden bad, baden bidden
ألقى heeft gelegen lag, lagen liggen
جلس heeft gezeten zat, zaten zitten
ā oe ā
لبس / حمل heeft gedragen droeg, droegen dragen
ضرب heeft geslagen sloeg, sloegen slaan
سأل heeft gevraagd vroeg, vroegen vragen

الأفعال الشاذة (غير القياسية)

الترجمة الفعل التام الماضي: مفرد وجمع الفعل
زار heeft bezocht bezocht, bezochten bezoeken
جلب heeft gebracht bracht, brachten brengen
فكر heeft gedacht dacht, dachten denken
اشترى heeft gekocht kocht, kochten kopen
باع heeft verkocht verkocht, verkochten verkopen
بحث heeft gezocht zocht, zochten zoeken
قام / عمل heeft gedaan deed, deden doen
ذهب is gegaan ging, gingen gaan
وقف heeft gestaan stond, stonden staan
فهم heeft verstaan verstond, verstonden verstaan
رأى heeft gezien zag, zagen zien
تمسك heeft gehouden hield, hielden houden
ترك heeft gelaten liet, lieten laten
ذهب / مشى heeft/is gelopen liep, liepen lopen
نادى heeft geroepen riep, riepen roepen
نام heeft geslapen sliep, sliepen slapen
سقط is gevallen viel, vielen vallen
علق heeft gehangen hing, hingen hangen
مسك heeft gevangen ving, vingen vangen
ملك heeft gehad had, hadden hebben
جاء is gekomen kwam, kwamen komen
قدر / تمكن heeft gekund kon, konden kunnen
وجب heeft gemoeten moest, moesten moeten
سمح heeft gemogen mocht, mochten mogen
عرف heeft geweten wist, wisten weten
أراد heeft gewild wou/wouden willen
أصبح is geworden werd, werden worden
قال heeft gezegd zei, zeiden zeggen
كان / يكون is geweest was, waren zijn
سـ (تفيد المستقبل) zou/ zouden zullen
عجن heeft gebakken bakte, bakten bakken
سمى heeft geheten heette, heetten heten
ضحك heeft gelachen lachte, lachten lachen
خمن heeft geraden raadde, raadden raden
غسل heeft gewassen waste, wasten wassen

في ختام هذا المقال، نجد أن فهم واحتراف احرف الجر والأفعال الشاذة في اللغة الهولندية هو أمر أساسي للتواصل الفعّال والتفاهم العميق. إنها الأدوات التي تمكننا من بناء الجمل والعبارات بشكل صحيح، والتعبير عن أفكارنا ومشاعرنا بوضوح.

 

وختامًا يسرُّنا أن تنضم لأسرتنا على الفيس بوك. لتتعلّم المزيد والفريد من الدروس. نتمنى لك التوفيق الدائم.

 

 

 

اقرأ أيضاً: تعلم الهولندية/قواعد شاملة

للحصول على المزيد من الدروس تابعنا على وسائل التواصل الاجتماعي 😍😊